Wie denkt aan grote explosies die in ons land hebben plaatsgevonden, komt automatisch uit bij de vuurwerkramp in Enschede in 2000. Voor andere fatale explosies moet je al terug naar 1992 (teerfabriek Cindu in Uithoorn) en het jaar daarvoor (fenolfabriek DSM in Rotterdam). Hoewel het dus gelukkig maar zelden vreselijk misgaat, bestaan er nog altijd wat misverstanden over explosies die we graag de wereld uit helpen.
Ook droge stoffen
Een explosie is feitelijk een verbranding die leidt tot een drukgolf. Stoffen met explosiegevaar zijn in principe alle brandbare stoffen. Dus niet alleen vloeistoffen en gassen, maar ook droge stoffen. Door de warmte die bij verbranding vrijkomt, zet de omgevingslucht uit. Als dat proces sneller gaat dan de lucht zich kan verplaatsen ontstaat een drukgolf en dus een explosie. Een verbranding verloopt snel wanneer iets fel reageert met zuurstof en tegelijkertijd de verhouding brandstof/zuurstof optimaal is en er sprake is van een goede menging (groot contactoppervlak). Voor vloeistoffen geldt dat deze goed verneveld moeten zijn. Vaste stoffen moeten als stof (<0,5 mm) in een stofwolk voorkomen.
Ontstekingsbronnen
Er is dus explosiegevaar wanneer er sprake is van brandbaar gas, nevel of fijn stof in combinatie met zuurstof. Daarnaast is er uiteraard een ontstekingsbron nodig om de reactie op gang te brengen. Wanneer je dus één van de drie elementen (zuurstof, brandstof, ontsteking) wegneemt, ontstaat de brand niet. Om voor de hand liggende redenen draait het bij veel explosieveiligheidstechnieken vooral om het voorkomen van ontsteking in de buurt van (mogelijk) brandbare atmosferen. Naast bekende ontstekingsbronnen zoals vonken, hete oppervlakken en bliksem zijn er ook minder voor de hand liggende bronnen. Daaronder vallen elektromagnetische velden of straling, ionische straling, statische elektriciteit, wrijving (bijvoorbeeld door lagers die kapot gaan) en zelfs ultrageluid.
De praktijk
Tot zover de theorie. In de praktijk is explosieveiligheid, in tegenstelling tot bijvoorbeeld elektrische veiligheid, goed in de wet geregeld. Het klinkt misschien wat vreemd uit de mond van veiligheidsadviseurs, maar persoonlijk vinden wij dat bepaalde, al dan niet wettelijke, normen hier en daar wel wat doorschieten. Die zijn min of meer gericht op het 100% uitsluiten van de kans op een explosie. Dit is echter onmogelijk. Veiligheidsmaatregelen moet uiteindelijk niet alleen financieel haalbaar zijn, maar ook werkbaar blijven. Anderzijds krijgen wij vanuit onze inspectiewerkzaamheden veel biogasinstallaties onder ogen.
Biogas en meelopslag
Bij bijvoorbeeld waterschappen zijn die doorgaans wel in orde. We hebben daarentegen zo onze vraagtekens waar het gaat om de vele biogasinstallaties bij onder andere boerenbedrijven en de kans op stofexplosies door bijvoorbeeld meelopslag bij bakkersbedrijven. Al was het maar vanwege onbekendheid met de risico’s. Meel wordt immers niet direct geassocieerd met explosiegevaar.
Zoals gezegd is explosieveiligheid wettelijk goed dichtgetimmerd. Het gaat hier echter om de gewenste ‘eindsituatie’. Hoe je die als bedrijf bereikt is niet vastgelegd en dat is waar onze advisering om de hoek komen kijken.
Bömer Engineering Services
Bömer Engineering Services helpt industriële organisaties beter en veiliger te presteren. Met ons team van specialisten kunnen wij ideeën, concepten en uitgangspunten voor de engineering van installaties en machines vertalen naar precieze specificaties en concrete ontwerpen.